Algemeen

Met deze digitalSTROM applicatie kunnen zogenaamde ‘persoonlijke toestanden’ worden gedefinieerd welke bepaald worden door sensorwaarden, raamcontacten, systeemgebeurtenissen, energieverbruikswaarden van klemmen of dSM’s, of logische combinaties hiervan. Deze toestanden kunnen in andere server-app’s als trigger of conditie worden gebruikt waarmee dus talloze toepassingen kunnen worden gemaakt.
Deze toestanden kunnen ook in de ‘dS Dashboard’ smartphone app worden getoond, waardoor u uw woning goed in het oog kunt houden. U kunt zo bijv. zien of alle ramen dicht zijn, of dat een via een tussenstekker aangesloten TV aanstaat. Verder zijn er handmatig in te stellen toestanden beschikbaar die door de ‘dS Dashboard’ app, tijdschakelfuncties of Event Responder automaten aan- en uitgezet kunnen worden.

Overzicht van alle persoonlijke toestanden

Toestanden kunnen naar wens worden toegevoegd, bewerkt en verwijderd. Alle beschikbare toestanden worden met de betreffende instellingen voor het aan- en uitzetten (naam, beschrijving, trigger en vertraging) overzichtelijk in een lijst weergegeven. In de kolom ‘Smartphone’ wordt bepaald of de betreffende toestand in de ‘dS Dashboard’ app al dan niet automatisch wordt getoond. Niet automatisch getoonde toestanden kunnen in de ‘dS Dashboard’ app te allen tijde alsnog handmatig worden toegevoegd.

Toestand creëren

Met de functie ,Nieuwe toestand’ wordt een dialoogvenster geopend waarin een keuze uit verschillende typen toestanden kan worden gemaakt. De volgende typen zijn beschikbaar:

Meetwaarden van sensoren evalueren

Door het evalueren van sensor-meetwaarden kunnen toestanden worden aan- en uitgezet, als gevolg waarvan vervolgens activiteiten kunnen worden uitgevoerd.
U wilt bijv. de jaloezieën in de stand ‘zonwering’ zetten als de woonkamertemperatuur meer dan 24 °C bedraagt? Dan maakt u een nieuwe toestand ‘woonkamer te warm / comfortabel’ die op ‘te warm’ gezet wordt als de woonkamertemperatuur de waarde 24 °C overschrijdt. Dit dient dan vervolgens in de Event Responder als trigger te worden gebruikt om de jaloezieën in de gewenste stand te zetten.

In het register ‘Sensor’ wordt de betreffende sensor geselecteerd. Behalve uit de beschikbare sensoren wordt hier ook de gewenste grootheid (zoals kamertemperatuur) gekozen. Ook de buitentemperatuur is beschikbaar. Deze wordt door een meteo-dienstverlener aan uw digitalSTROM installatie beschikbaar gesteld.
Vervolgens worden in het register ‘Sensorwaarde’ de omschakelwaarden voor het aan- en uitzetten van de betreffende toestand gedefinieerd. Het aanzetten van de toestand kan ofwel bij overschrijden (groter dan) danwel bij onderschrijden (kleiner dan) van een omschakelwaarde plaatsvinden. Voor het uitzetten van de toestand kan dezelfde omschakelwaarde dan wel een lagere resp. hogere waarde worden gekozen.

Verifiëren of één of meerdere ramen of deuren open zijn

U kunt meerdere of zelfs alle raam- en deurcontacten in één toestand combineren om eenvoudig in de ‘dS Dashboard’ app op uw smartphone te kunnen zien of alle ramen en deuren dicht zijn.
Deze toestand kan bovendien als conditie worden gebruikt in bijv. de ‘Event Push-berichten’ app, om bij het verlaten van uw woning (activiteit ‘woning verlaten’) te controleren of alle ramen en deuren dicht zijn. Indien er ergens nog een raam open staat dan kunt u uw woning automatisch een Push bericht naar uw smartphone laten versturen.

Bij het definiëren van een toestand van dit type dient voor elk beschikbaar raam- en deurcontact te worden aangegeven of deze al dan niet genegeerd moet worden. Zo niet, dan moet worden aangegeven of de betreffende toestand moet worden aangezet indien het raam (of de deur) open of dicht is. Uiteindelijk wordt de betreffende toestand aangezet indien voor tenminste één van de geselecteerde ramen en deuren de hiervoor aangegeven waarde ‘open’ resp. ‘dicht’ geldt. Als bijvoorbeeld voor vier raamcontacten ‘open’ is aangegeven, dan zal de betreffende toestand worden aangezet indien één of meerdere ramen open zijn. De toestand wordt pas weer uitgezet indien alle ramen worden dichtgedaan.
Voor ramen die ook kunnen aangeven als ze ‘schuin’ staan kan bovendien worden bepaald of deze stand dan als open of als dicht moet worden gezien.

Toestand aan de hand van de energieverbruiksmeldingen van een apparaat bepalen

Met dit type toestand kan eenvoudig worden vastgesteld of een aan een tussenstekker of klem aangesloten apparaat aan of uit is.
Eerst dient u voor de betreffende klem (bijv. SW-KL200) of tussenstekker in het register ‘Hardware’ de energieverbruiksmelding te configureren. Vervolgens definieert u in deze ‘persoonlijke toestanden’ app een toestand (bijv. ‘TV aan of uit’) waarna vervolgens de betreffende klem of tussenstekker wordt geselecteerd. Daardoor wordt dan automatisch door de verbruiksmelding ‘aan’ de toestand aangezet en bij de verbruiksmelding ‘uit’ wordt de toestand weer uitgezet.

Toestand aan de hand van de energieverbruiksmeting van een (stroom)groep bepalen

Via de energieverbruiksmeting van een digitalSTROM meter (dSM) kan een toestand van dit type afhankelijk van het momentele verbruik worden aan- of uitgezet.
Als bijv. in een bepaalde (stroom)groep een wasmachine is aangesloten, dan kan de toestand ‘wasmachine draait of draait niet’ worden aangezet indien het momenteel gemeten vermogen 50W overschrijdt. Bij onderschrijden van bijv. 40W kan deze toestand weer worden uitgezet. Om pauzes in het wasprogramma te negeren kan bovendien worden aangegeven dat de toestand pas wordt uitgeschakeld nadat het aangegeven vermogen tenminste gedurende een bepaalde tijd onderschreden wordt.
Hiermee kunt u vervolgens eenvoudig door een knipperende lamp, een Push-bericht of uw Sonos luidspreker worden geïnformeerd zodra uw wasmachine klaar is.

Bij het definiëren van een toestand van dit type dient eerst de gewenste dSM te worden geselecteerd waarna vervolgens de energieverbruikswaarden worden aangegeven waarmee de toestand wordt aan- resp. uitgezet.

Toestand aan de hand van een willekeurige trigger in het systeem bepalen

Een toestand van dit type kan door een willekeurig te kiezen trigger in uw digitalSTROM-installatie worden aangezet en door een andere willekeurig te kiezen trigger weer worden uitgezet.
Hiermee kan bijv. een toestand ‘de deurbel gaat’ door de trigger ‘Deurbel’ worden aangezet en na 30 seconden weer wordt uitgezet. Voor het uitzetten wordt in dit voorbeeld dezelfde trigger ‘Deurbel’ gekozen, waarbij een vertraging van 30 seconden wordt aangegeven.

Een toestand wordt gedefinieerd door het bepalen van de ‘Trigger voor aanzetten’ en ‘Trigger voor uitzetten’ in de gelijknamige registers. Deze kunnen uit alle in het systeem beschikbare gebeurtenissen worden gekozen.

Logische combinaties van meerdere toestanden evalueren

Meerdere toestanden en/of sensorwaarden kunnen d.m.v. een EN- resp. OF-bewerking tot een nieuwe toestand worden gecombineerd.
U kunt zo bijv. een toestand ‘licht op eerste verdieping aan’ aanzetten als in tenminste één van de kamers op de eerste verdieping het licht brandt. Om dit te bewerkstelligen selecteert u in alle betreffende kamers voor de ‘Kamer toestand’ de waarde ‘Licht is aan’ met daarbij de OF-bewerking. Met ‘Nieuwe toestand’ kunnen toestanden en sensorwaarden naar wens worden toegevoegd.
Indien voor een ‘combinatie-toestand’ de OF-bewerking wordt gekozen, dan wordt deze aangezet als één of meer van de hiervoor gekozen systeem-toestanden of sensorwaarden aan zijn. Bij de EN-bewerking moeten alle hiervoor gekozen systeem-toestanden of sensorwaarden aan zijn om de betreffende ‘combinatie-toestand’ aan te zetten.

Toestand handmatig via server- of smartphone-app bepalen

Een toestand van dit type kan handmatig of door een willekeurig te kiezen trigger of tijdschakelfunctie worden aangezet.
Indien u bijv. de tijdschakelfunctie voor het automatisch sluiten van de rolluiken tijdens een feestje bij u thuis wilt kunnen deactiveren, dan kunt u hiertoe de toestand ‘feest of geen feest’ eenvoudig via de ‘dS Dashboard’ app aanzetten. Als voor de betreffende tijdschakelfunctie de conditie ‘geen feest’ is aangegeven dan blijven tijdens uw feestje de rolluiken open.

Bij het toevoegen van een nieuwe toestand van dit type definieert u eerst een naam en de beschrijvingen voor ‘aangezet’ resp. ‘uitgezet’. Deze namen worden in de ‘dS Dashboard’ app getoond en moeten dus begrijpelijk geformuleerd zijn.
Afhankelijk van het gekozen type toestand kunnen bepaalde zaken worden ingesteld.
Voor toestanden die op basis van systeemgebeurtenissen of gemeten energieverbruik aangezet worden kan voor het aan- resp. uitzetten een bepaalde vertraging worden ingesteld. De toestand wordt dan alleen veranderd als gedurende de hier ingestelde vertragingstijd geen verdere triggers plaatsvinden.

Toestand bewerken

U kunt een bestaande toestand bewerken door deze te selecteren en vervolgens op ‘toestand bewerken’ te klikken, of door een dubbelklik op de te bewerken toestand.
Het betreffende dialoogvenster biedt dezelfde mogelijkheden als die voor het definiëren van een nieuw toe te voegen toestand.

Toestand omschakelen

Met deze functie kunnen bepaalde toestanden worden aan- resp. uitgezet. Dit is nodig indien na het toevoegen van een nieuwe toestand hiervoor een onjuiste waarde wordt aangegeven.
Merk op dat deze functie uitsluitend beschikbaar is voor toestanden die door systeem-gebeurtenissen worden bepaald.

Toestand verwijderen

Met deze functie wordt de geselecteerde toestand verwijderd.