Met deze digitalSTROM applicatie kunt u a.g.v. bepaalde activiteiten andere acties automatisch uit laten voeren.
Zo kan bijv. in kamer 'B' automatisch het licht aangeschakeld worden zodra in kamer 'A' op de lichtknop wordt gedrukt. Of alle lampen op de eerste verdieping gaan automatisch uit zodra op de overloop het licht uitgeschakeld wordt en vervolgens door lang drukken de 'Deep-off' activiteit uitgevoerd wordt.
Verder kunnen voor app-knoppen verschillende acties voor de vier kliks gedefinieerd worden. Ook kan middels de verbruiksmelding van een tussenstekker het in- of uitschakelen van een apparaat gedetecteerd worden, waardoor bepaalde acties uitgevoerd worden. App-knoppen zijn joker-knoppen met toepassingskleur zwart (joker) waardoor alleen server-apps zoals de Scene Responder op het bedienen van deze knoppen zullen reageren. Verbruiksmeldingen voor bijv. een tussenstekker kunnen in de digitalSTROM configurator onder 'Hardware / Verbruiksmelding configureren' ingesteld worden. De meldingen worden verzonden zodra het aangesloten apparaat aan- of uitgeschakeld wordt. Daarmee kunnen bijv. automatisch de jaloezieën in de woonkamer dicht worden gedaan zodra overdag de TV wordt aangezet.
Met de Scene Responder kunnen dus bepaalde handelingen eenvoudig worden geautomatiseerd..
Automaten kunnen naar wens toegevoegd, bewerkt of verwijderd worden. In de lijst ziet u in één oogopslag alle ingestelde automaten (naam, trigger, uit te voeren activiteiten, vertraging en condities). Indien een bepaalde automaat niet meer benodigd is, kan deze eenvoudig gedeactiveerd of definitief verwijderd worden. De functie ,Automaat testen' voert de uit te voeren activiteiten direct uit om deze te testen. Eventueel gedefinieerde condities worden hierbij niet in acht genomen.
Allereerst dient u uw automaat een naam te geven.
In het register 'Trigger' definieert u de gebeurtenis die als trigger dient voor het uitvoeren van de actie. Hiervoor kunnen verschillende gebeurtenissen worden gekozen:
Meerdere scènes kunnen als trigger dienen, waardoor bijv. bij het oproepen van scène 1, 2, 3 of 4 hetzelfde bericht verstuurd wordt. Door de Ctrl-knop ingedrukt te houden kunt u meerdere scènes selecteren.
Optioneel kan voor een trigger een vertraging worden gedefinieerd, waardoor de uit te voeren actie eerst na een bepaalde tijd wordt uitgevoerd.
Elke automaat kan uit een onbeperkt aantal uit te voeren activiteiten bestaan. Hierbij kan uit de volgende soorten activiteiten worden gekozen:
Selecteer daarbij de gewenste activiteit en eventueel de betreffende kamer, toepassingskleur en scène. Met een dubbelklik op een te selecteren item in de laatste kolom, of door op 'Alle activiteiten tonen' te klikken krijgt u de lijst van alle activiteiten te zien. Met 'Nieuwe activiteit' kunt u een nieuwe uit te voeren activiteit toevoegen. Met een dubbelklik op een activiteit, of door op 'Activiteit bewerken' te klikken kunt u de geselecteerde activiteit wijzigen. Met de pijlen kunt u eenvoudig door de reeds gedefinieerde activiteiten bladeren. U kunt een activiteit verwijderen door deze te selecteren en vervolgens op de prullenbak te klikken.
Optioneel kunt u aangeven dat een automaat alleen in bepaalde situaties mag worden uitgevoerd. Zo kunt u bijv. bepalen dat een automaat alleen uitgevoerd mag worden bij aanwezigheid. De volgende condities kunnen worden gedefinieerd:
Een automaat wordt alleen dan uitgevoerd als aan alle condities is voldaan.
Opmerkingen
Als op een apparaat een bepaalde scène wordt opgeroepen, dan wordt daardoor de toestand van de kamer niet beïnvloed. Als bijvoorbeeld met een tijdschakelfunctie een lamp in een bepaalde kamer wordt aangezet, dan wordt met de volgende klik op een lichtknop in die kamer scène 1 opgeroepen hoewel al een lamp in die kamer aan is. De betreffende lamp gaat daardoor dus niet uit.
Indien rolluiken, jaloezieën of zonneschermen met tijdschakelfuncties worden gestuurd, dan dient u ervoor te zorgen dat het automatisch openen of sluiten hiervan niet tot gevaarlijke situaties kan leiden.
Eine mögliche Anwendung ist ein zentraler Taster für alle Rollläden oder Jalousien. Verwenden Sie dazu einen 2-Wege-Taster, der entweder in einen separaten Raum oder einen Raum ohne Rollläden (z.B. Flur) gesetzt wird.
Legen Sie nun einen neuen Automaten an und definieren in diesem Raum (z.B. Flur) für Schatten die Stimmung 'Zu' als Auslöser. Unter 'Auszuführende Aktivitäten' wählen Sie 'alle Räume' und für Schatten die Stimmung 'Zu'. Alternativ können Sie einzelne Räume wählen, wenn Sie z.B. nur die Rollläden in den Räumen im 1. Stock steuern wollen. Nach dem Speichern dieser Einstellungen können Sie mit dem 'Ab' Taster die Rollläden in sämtlichen Räumen schliessen.
Die gleiche Definition erstellen Sie nun auch für die 'Auf' Stimmung und für 'Anhalten'. 'Anhalten' wird benötigt, damit die Bewegung bei Bedarf auch zentral gestoppt werden kann.