Algemeen

Met deze digitalSTROM app kan eenvoudig het gedrag van uw bewegingsmelders worden gedefinieerd. Allereerst configureert u de betreffende automatiseringsklemmen als bewegingsmelder en plaatst deze in de juiste kamers. Vervolgens bepaalt u voor elke kamer het gewenste gedrag, waarbij uit verschillende modi kan worden gekozen om zo bijvoorbeeld de buitenverlichting of overloopverlichting optimaal te schakelen. Optioneel kan een bewegingsmelder tijdens afwezigheid een alarm activeren, waarmee uw woning beter beveiligd kan worden.

Normaal wordt bij het detecteren van beweging lichtscène 1 opgeroepen, en wordt na afloop van een bepaalde tijd zonder beweging de verlichting weer uitgeschakeld. Het uitschakelen gebeurt d.m.v. langzaam dimmen totdat na één minuut de verlichting uit is, waardoor u niet plotseling in het donker komt te zitten.

Indien in een kamer meerdere bewegingsmelders geïnstalleerd zijn, dan worden deze automatisch gecombineerd, zodat de verlichting wordt ingeschakeld zodra één van de bewegingsmelders beweging detecteert, en weer uitschakelt wanneer geen van de bewegingsmelders nog beweging detecteert.

Vereisten

Voordat een bewegingsmelder in deze app kan worden geconfigureerd, moet eerst de automatiseringsklem (SW-AKM220) volgens de montagehandleiding op het 230V schakelcontact van een bewegingsmelder worden aangesloten. Daarbij wordt geadviseerd om de uitschakelvertraging van de bewegingsmelder op een minimale waarde (bijv. 15 seconden) in te stellen, zodat de uiteindelijk gewenste uitschakelvertraging daarna in deze app eenvoudig ingesteld en eventueel gewijzigd kan worden.

Apparaat eigenschappen wijzigen

Deze assistent ondersteunt het configureren en omvat bepaalde elementen uit de digitalSTROM configurator. In een lijst worden alle apparaten getoond die als bewegingsmelder geconfigureerd kunnen worden (app modus) of al als bewegingsmelder zijn geconfigureerd. Verder worden schemeringssensoren getoond, omdat die in combinatie met beweging ook voor de besturing van de verlichting kunnen worden gebruikt.

Selecteer het apparaat dat u wilt configureren en klik vervolgens op ‚Apparaat eigenschappen wijzigen‘. De volgende eigenschappen kunnen nu worden gewijzigd:

Tip: indien u in de getoonde lijst meerdere apparaten ziet waarvan u de dSID niet weet, dan kan in de digitalSTROM configurator onder ‚Hardware‘ de functie ‚Apparaat identificeren‘ worden gebruikt. Na het oproepen van deze functie laat u de betreffende bewegingsmelder beweging detecteren, waarna deze in het venster van de configurator zal verschijnen. Vervolgens geeft u deze bewegingsmelder een passende naam.

Bewegingsmelder modus wijzigen

In het register ‚Bewegingsmelder modus‘ wordt een lijst getoond met alle kamers waarin een bewegingsmelder is. Voor elke kamer is de ingestelde modus zichtbaar met daarbij de instellingen voor de functies betreffend schemering, alarm en automatisch uitschakelen.

Met ‘Modus wijzigen’ kan eenvoudig de gewenste functionaliteit van een bewegingsmelder worden ingesteld, waarbij de volgende opties beschikbaar zijn:

Nadat alle opties zijn ingesteld, worden deze met ‚Opslaan’ bewaard en geactiveerd.

Opmerkingen: