Met deze digitalSTROM applicatie kunnen digitalSTROM dimmers op de aangesloten (LED)lamp worden geoptimaliseerd om zo een gelijkmatig dimverloop te bewerkstelligen.
Houdt er rekening mee dat niet alle (LED)lampen dimbaar zijn. Sommige dimbare lampen kunnen onder bepaalde omstandigheden brommen en/of flakkeren. De beschikbare lampen zijn daarom van een geschiktheidskenmerk voorzien. Neem ook onderstaande opmerkingen in acht.
Om deze app te kunnen gebruiken moet minstens dSS versie 1.6.0 geïnstalleerd zijn.
In de Verlichtingsassistent kunt u apparaten toevoegen en bewerken. In de lijst ziet u in één oogopslag alle geprogrammeerde apparaten incl. dSID, het geselecteerde lamptype en wanneer het voor het laatst gewijzigd is.
Indien gewenst kan elk apparaat ook weer in de fabriekstoestand teruggebracht worden, waardoor het uit de lijst verdwijnt.
Alvorens in een digitalSTROM-apparaat een nieuwe dimcurve op te kunnen slaan, dient eerst in het register ‚Apparaten‘ de kamer en het gewenste apparaat te worden geselecteerd.
In het register ‚Lamp‘ vindt u een lijst met lamptypen, gesorteerd per fabrikant. Kies eerst de fabrikant en vervolgens het lamptype. De lamptypen zijn per fitting gesorteerd en tonen behalve het artikelnummer ook het vermogen, de kleurtemperatuur en het geschiktheidskenmerk.
Lamptypen met een groen kenmerk kunnen meestal met een digitalSTROM dimmer goed worden gedimd. Lamptypen met een geel kenmerk kunnen onder bepaalde omstandigheden flakkeren of brommen, en lamptypen met een rood kenmerk kunnen niet gedimd worden of zijn niet compatibel met digitalSTROM dimmers.
Van het gekozen lamptype worden ook de dimcurve (lichtsterkte afhankelijk van de faseafsnijdhoek) en verdere informatie getoond.
Indien u uw lamptype niet in de lijst vindt, kunt u onder de fabrikant ‚Standaard‘ enkele standaard dimcurven uitproberen. Hiermee kunt u eventuele in de lijst ontbrekende lamptypen optimaliseren.
Nadat het apparaat en lamptype is gekozen, kunt u in het register ‚Opslaan en testen‘ de dimcurve in het apparaat opslaan en het resultaat testen. Bij het opslaan van de dimcurve wordt het apparaat in de lijst van apparaten toegevoegd en indien nodig automatisch naar ‚Dimmen‘ omgeschakeld. Als het apparaat weer naar zijn fabrieksinstellingen wordt teruggezet, dan verdwijnt het automatisch weer uit de lijst van apparaten.
De functie ‚dimcurve testen‘ dimt uw lamp tweemaal vanuit uitgeschakelde toestand naar de maximale lichtsterkte, waardoor u het resultaat kunt beoordelen. U kunt natuurlijk ook zelf bepaalde waarden voor de lichtsterkte ingeven of de lichtsterkte met de schuifregelaar variëren.
Na het opslaan en testen van de dimcurve dient het instellen te worden afgesloten.
De dimcurven zijn onder ideale omstandigheden bepaald. Daarbij was de netspanning stabiel en storingsvrij.
Deze omstandigheden komen niet altijd met de praktijksituatie overeen, omdat de kwaliteit van de netspanning in hoge mate plaats- en tijdafhankelijk kan zijn. Een kwalitatief slechte netspanning en storingen op het net kunnen nadelige uitwerkingen hebben op de in de lampen ingebouwde electronica, hetgeen kan leiden tot (al dan niet tijdelijk) flakkeren van de lamp. Wij kunnen daarom niet garanderen dat alle als geschikt gekenmerkte lampen onder alle omstandigheden altijd zonder problemen functioneren.